Mobiliteitsstudie of mobiliteitstoets: wanneer is het verplicht?

Heeft jouw project nood aan een mobiliteitsstudie, vaak MOBER (MOBiliteitsEffectenRapport) genoemd, of een mobiliteitstoets? Beide studies geven inzicht in hoe jouw project de mobiliteit en bereikbaarheid in de omgeving beïnvloedt. Wanneer moet je deze studies laten opmaken? En wat is het verschil tussen beide? We duiken even dieper de mobiliteitswereld in. 

Wat is een mobiliteitsstudie (MOBER)?

Een mobiliteitsstudie beschrijft het bereikbaarheids- en mobiliteitsprofiel van je project. De studie analyseert hoe je project het verkeer beïnvloedt: denk aan aantallen auto’s, fietsers, voetgangers, bereikbaarheid met openbaar vervoer, en parkeerbehoefte.

Een MOBER is verplicht als je project boven bepaalde drempelwaarden uitkomt:

• Het bouwen van minstens 250 woongelegenheden
• Het aanleggen van 200 parkeerplaatsen
  • Of het aanleggen van extra parkeerplaatsen waardoor een veelvoud van 200 plaatsen wordt overschreden;
• Het bouwen van gebouwen of gebouwcomplexen met een totale bruto-vloeroppervlakte van tenminste
  • 7.500 m² voor handel, horeca, kantoorfuncties
  • 15.000 m² industrie en bedrijvigheid
  • Of een kleiner project waardoor de totale oppervlakte (oud+nieuw) de bovenstaande drempelwaardes overschrijdt.

Belangrijk:

• Ook uitbreidingen tellen mee!
  Bijvoorbeeld: als je bestaande parking van 190 parkeerplaatsen uitbreidt met 20 extra plaatsen, overschrijd je de grens en wordt een MOBER verplicht.
• Elk veelvoud van deze ondergrenzen die bij uitbreidingsprojecten wordt overschreden, leidt ook tot een MOBER-verplichting voor het (uitbreidings)project. Bijvoorbeeld: als er 20 extra parkeerplaatsen bij een bestaande parking van 190 parkeerplaatsen worden bijgevoegd, wordt de grens van de MOBER voor parkeerplaatsen (200) nogmaals overschreden en wordt een MOBER verplicht. 

Wat is een mobiliteitstoets?

De mobiliteitstoets is een lichtere analyse dan een MOBER. Wettelijk is deze toets niet verplicht, maar er bestaan richtlijnen over wanneer het wenselijk is er één op te maken.

Sommige gemeentes hanteren deze richtlijnen zelfs strenger dan voorgeschreven — daarom is het slim om op voorhand bij je gemeente te polsen naar hun verwachtingen.

Richtlijnen voor wanneer een mobiliteitstoets wordt aangeraden:

*bruto vloeroppervlakte (bvo) = de som van de vloeroppervlakte voor alle bouwlagen, met inbegrip van de buitenmuren of vergelijkbare bouwdelen, uitgezonderd de vloeroppervlakte die uitsluitend wordt bestemd voor parkeerterreinen.

Slimme tip voor ontwikkelaars

Pols vroeg bij de gemeente of zij een mobiliteitstoets of -studie verwachten, ook als je net onder de drempelwaarden blijft. Lokale besturen kunnen namelijk extra eisen stellen op basis van lokale mobiliteitsdruk of beleidsvisie.

Lees ook:

• Project-MER-screening: wanneer is het nodig en wat houdt het in?
• Natuurtoetsen bij vergunningsaanvraag: welke heb je nodig?
• Milieuwetgeving, bemaling, grondwater en hemelwater: welke studies heb je nodig?
• Projectontwikkeling & sloop, archeologie en erfgoed
• Duurzaam ondernemen onder de loep
• Wat na de vergunning? Tips voor projectontwikkelaars.